Pilot bestrijding eikenprocessierups met natuurlijke vijanden

Als pilot worden in de provincie Gelderland een aantal bermen geschikt gemaakt voor de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. Op hun beurt zouden deze natuurlijke vijanden het aantal eikenprocessierupsen terug moeten dringen. Heem is binnen project verantwoordelijk voor de uitvoering. Door Heem zijn wij benaderd om binnen dit project de werkzaamheden uit te voeren.

Eikenprocessierupsen worden meestal uit eiken verwijderd. Ze zijn namelijk bedekt met brandhaartjes die irritatie aan de huid, ogen en luchtwegen veroorzaken. Gangbare methodes om eikenprocessierupsen te bestrijden zijn onder andere het jaarlijks spuiten van aaltjes en het wegzuigen of zelfs wegbranden van de rupsen. Maar beide methoden zijn reactief. Als de rups er al zit, dan pas wordt er actie ondernomen. En deze behandelingen moeten jaarlijks herhaald worden om het probleem te onderdrukken.

Afgekeken van de landbouw

In de landbouw wordt al langer gebruik gemaakt van biologische bestrijding. Zo worden bijvoorbeeld rondom akkers kruidenrijke akkerranden aangelegd die natuurlijke vijanden van plaagsoorten kunnen huisvesten. Dat bracht De Vlinderstichting op het idee om te onderzoeken of dit mechanisme ook voor de eikenprocessierups werkt. In opdracht van de provincie Gelderland is daarom gestart met een pilot om de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups – zoals sluipvliegen en roofwantsen – te gebruiken als ‘bestrijdingsmiddel’.

Plaggen en inzaaien

Om habitat voor de natuurlijke vijanden te creëren waren er eerst werkzaamheden noodzakelijk: de bermen moeten bloemrijk gemaakt worden. Dat begint met afplaggen van de bermen. Hiervoor werd RANOX benaderd, samen met Van de Haar groep is de uitvoering gedaan. De werkzaamheden zijn in december gestart en inmiddels op alle vijf de locaties afgerond. Vervolgens zijn de bermen ingezaaid met een mengsel van inheemse bloemen door Heem. De soorten uit dit mengsel vormen naar verwachting een aantrekkelijk habitat voor de sluipvliegen en roofwantsen.

Monitoring van de effecten

De Vlinderstichting zal, als projectleider, samen met Hellingman Biocontrole Advies en Onderzoek de aanwezigheid van de eikenprocessierups en zijn natuurlijke vijanden monitoren op de verschillende locaties. Bij iedere berm waar werkzaamheden uitgevoerd zijn, ligt ook een stuk ‘onbewerkte berm’. Zo kan een goede vergelijking gemaakt worden tussen de bewerkte en onbewerkte bermen. De Vlinderstichting zal verder over de resultaten van de pilot communiceren.

Mocht u inhoudelijk vragen hebben over de pilot, dan kunt u contact op nemen met Anthonie Stip van De Vlinderstichting.