Laat die kamsalamander nu maar komen!

Een poel aanleggen, bovenop een zandige stuwwal. Dat is nogal een uitdaging, wist Jaap Gijsbertsen, projectleider bij RANOX. Provincie Noord-Holland wilde een nieuwe poel voor de kamsalamander, ter compensatie van een poel die gedempt wordt wegens de aanleg van nieuwe infrastructuur. Een locatie was inmiddels geselecteerd in het naastliggende terrein van het Goois Natuurreservaat. Nu de juiste aanpak nog.

Hoe krijg en houd je water erin?

RANOX wilde die uitdaging wel aangaan, vertelt Jaap. “We hebben de locatie uitgemeten, het talud ingemeten en de contouren van de poel uitgezet. Hij moest 990 vierkante meter zijn, en niet dieper dan 1 meter beneden het maaiveld. Dat is allemaal geen probleem. Wel een probleem is hoe je er water in krijgt, zo bovenop een stuwwal. En vervolgens: hoe je dat water erin vasthoudt.” Allerlei mogelijkheden passeerden de revu: beton, bentoniet, leem. Uiteindelijk koos toekomstig eigenaar Goois Natuurreservaat op advies van RANOX voor leem.

Aanleggen van een leemlaag op de bodem van de poel.

De poel is aangelegd in samenwerking met de Koninklijke Ginkel Groep. In de loop van de winter zijn de werkzaamheden gestart en heeft de Koninklijke Ginkel Groep de poel gegraven met een graafmachine. “Vorige week is hij opgeleverd, tot volle tevredenheid van de opdrachtgever”, vertelt Jaap trots. “Water vasthouden lijkt ook goed te gaan, na de fikse regenbui van vorige week bleek er al 20 centimeter water te staan!” Toch gaan ze niet wachten op regen om de poel te vullen. “Dan is de poel niet op tijd klaar voor het kamsalamanderseizoen.”

Door een aantal dagen regen vulde de poel zich al snel met water.

Pompen

Daarom is ervoor gekozen om water over te pompen van een nabijgelegen meertje. “Dat heeft verschillende voordelen”, aldus Jaap. “Dat water is meer basisch dan regenwater, wat gunstig is voor flora en fauna. En bovendien pompen we meteen kleine waterflora en -fauna mee: plankton, watervlooien en algen. Dat geeft de nieuwe poel een mooie start. Wel zit er een filter op de pomp om te voorkomen dat er vis meekomt naar de nieuwe poel. Want anders worden alle kamsalamandereitjes meteen weer opgegeten.” Om de ontwikkeling van de nieuwe poel verder te optimaliseren worden waterplanten uit de oude poel overgeplant.

Dus binnenkort ligt er een mooie poel, gevuld met water, tussen bos en heide. En dan is het wachten op de kamsalamander. “Ze zitten al in een poel 100 meter verderop, dus dat komt wel goed”, verwacht Jaap. “Maar we helpen ze wel een handje door rond de poel stobben aan te brengen als schuilhoekjes. Ook hebben we een ruige haag van inheemse struiken aangelegd om het leefgebied op het droge te optimaliseren. Daar profiteren bovendien zoogdieren en reptielen van.” Het werk is bijna gedaan, alle randvoorwaarden liggen er. “De poel is er klaar voor”, vindt Jaap. “Dus laat die kamsalamander nu maar komen!”

Laat de kamsalamander maar komen!