Langs het spoor bij het Naardermeer moeten vanwege werkzaamheden een paar broeihopen voor ringslangen (Natrix Natrix) verdwijnen. ProRail vroeg RANOX om in de buurt vervangende broeihopen aan te leggen. Arthur van Woersem ging half augustus met een collega op pad.
Flinke hoop
Zo’n broeihoop is een behoorlijk gevaarte, zo legt Arthur uit. “We hebben er twee gemaakt, elk 4 meter lang, 1,5 tot 2 meter breed en 1 meter 60 hoog. Dat zal uiteraard nog een stuk inklinken, maar moet ook weer worden opgehoogd. Op een gegeven moment is het materiaal uitgebroeid, dus je moet zo’n hoop regelmatig aanvullen met nieuw materiaal.”
Takken houden het luchtig
Een broeihoop ziet er uit als een hoop maaisel en snoeimateriaal, maar zo eenvoudig is het niet helemaal. Arthur: “Als een hoop te dicht is, kunnen de slangen er niet meer in, en loopt de temperatuur bovendien veel te hoog op door de broei. Daarom is het belangrijk dat er voldoende stevige takken in de hoop zitten, die het luchtig houden.”
Lokaal materiaal
Bij het Naardermeer waren gelukkig genoeg takken te vinden die ze daarvoor konden gebruiken. “We hebben de locaties voor de broeihopen aangelegd naast een rietkraag. We konden mooi wat rietmaaisel gebruiken om op de hoop te gooien. Ook was er grasmaaisel beschikbaar. Vooral als het een beetje nat is, wil dat allemaal wel broeien.”
25 tot 30 graden
En nu maar hopen dat de slangen de broeihopen weten te vinden, om te overwinteren of eieren te leggen. “Vooral aan de waterkant van de broeihoop hebben we gezorgd voor voldoende lucht, zodat de vrouwtjesringslangen goed naar binnen kunnen kruipen. Daar leggen ze dan hun eieren. Als het vochtig genoeg is en goed broeit, wordt het daar zo’n 25 tot 30 graden, precies wat de eieren nodig hebben om uit te komen.”
Benieuwd wat wij nog meer voor verblijfplaatsen aanleggen? Kijk dan in ons portfolio of neem contact met ons op. Wij helpen u graag met uw ecologische vraagstuk en uitvoer!